Wat doet sporten met jouw bloedglucose?
Bewegen is gezond. Dat weet iedereen. Maar als je type 1 diabetes hebt, is sporten soms nét wat complexer. Misschien heb je het zelf al meegemaakt: de ene keer zakt je bloedsuiker tijdens het sporten, de andere keer schiet hij net omhoog.
Hoe komt dat? En hoe krijg je meer controle? Laten we het stap voor stap bekijken.
Sport = energie verbruiken
Tijdens het sporten heeft je lichaam energie nodig. Meestal haalt het die energie uit:
glucose (suiker) in je bloed
glycogeen (suikeropslag in je spieren en lever)
vetten (vooral bij langere, rustigere inspanningen)
Hoe je bloedsuiker reageert tijdens het sporten, hangt sterk af van wélke soort inspanning je doet én hoe je regeling op dat moment staat.
Waarom daalt je bloedsuiker soms tijdens sport?
Bij rustige of langdurige cardio (zoals wandelen, joggen, zwemmen, fietsen) verbruikt je lichaam veel glucose én wordt je insulinegevoeligheid groter.
Daardoor:
neemt je lichaam makkelijker glucose op
kan je bloedsuiker vrij snel dalen tijdens of vlak na het sporten
Daarom zie je bij bijvoorbeeld een lange wandeling of loopsessie soms een snelle daling, zelfs al heb je vooraf gegeten.
En waarom stijgt je bloedsuiker soms?
Bij intensieve of explosieve inspanningen (zoals krachttraining, sprinten, HIIT, boksen, obstacle runs) komen er stresshormonen vrij: adrenaline, cortisol en glucagon. Deze hormonen:
stimuleren je lever om extra glucose vrij te maken
onderdrukken tijdelijk de werking van insuline
Gevolg: je bloedsuiker kan tijdens of kort na de training even stijgen. Soms zie je zelfs een piek, zeker als je al wat spanning voelt voor je begint.
De basis begint bij je dagelijkse regeling
Wat vaak onderschat wordt:
hoe stabieler je dagelijks geregeld staat, hoe makkelijker je de juiste voorbereiding vindt om veilig en ontspannen te kunnen sporten.
Wanneer je gemiddeld stabiel staat, is het eenvoudiger om inschattingen te maken.
Je lichaam reageert voorspelbaarder op beweging.
Kleine schommelingen hebben minder snel grote gevolgen.
Met andere woorden: een goede basisregeling is je beste startpunt om ook je sportmomenten vlotter te laten verlopen.
Perfectie is niet nodig. Maar werken aan stabiliteit in je dagelijks leven maakt bewegen vaak een stuk relaxter én veiliger.
Wat gebeurt er na het sporten?
Ook na de inspanning kan je lichaam verrassend reageren:
Bij langdurige of zware inspanning blijven je spieren soms tot 24 uur extra glucose opnemen → risico op ‘late hypo’s’, bv. ’s nachts.
Krachttraining kan tijdelijk wat insulineresistentie geven, gevolgd door een periode van betere gevoeligheid met een hoger risico op hypo’s
Daarom is opvolging na het sporten minstens zo belangrijk als tijdens en voor.
En wat kan je praktisch doen?
Iedereen reageert anders. Maar deze tips helpen alvast:
Check je bloedsuiker vóór je start (en eventueel tijdens).
Pas je insulinedosis aan als je weet dat je gaat bewegen.
Zorg altijd voor snelle koolhydraten binnen handbereik.
Zorg dat je stabiel geregeld staat, ook wanneer je niet aan het sporten bent
Plan je sportmoment op voorhand zodat je de nodige voorbereidingen kan treffen
Perfect in balans? Niet nodig.
Het allerbelangrijkste?
Wees mild voor jezelf. Niet elk sportmoment zal perfect verlopen. Soms zit alles goed, soms verrast je lichaam je toch weer. Dat is normaal — ook na jaren ervaring.
Hoe beter je jezelf leert kennen, hoe meer zelfvertrouwen je krijgt in het combineren van sport en diabetes.
GlucoVibe helpt je hierbij.
Wat je hierboven las, is een vereenvoudigde uitleg. In de praktijk komt er veel meer bij kijken — en dat weet je vast al.
Bij GlucoVibe gaan we samen aan de slag met:
uitgebreide en duidelijke uitleg die aansluit bij jouw situatie
praktische toepassingen op maat
begeleiding zodat je met zo min mogelijk hypo’s en hypers voluit kan blijven sporten
💥 Bewegen met diabetes hoeft geen mijnenveld te zijn. Jij verdient het om te genieten van sport, met vertrouwen in je lichaam én in jezelf.