Microbioom & T1D
Als we over voeding bij type 1 diabetes praten, denken we vaak aan koolhydraten, vetten en eiwitten. Maar er is nog een hele wereld die mee invloed heeft op hoe ons lichaam reageert op eten — en die wereld leeft in onze darmen.
Je microbioom (de miljarden bacteriën in je darmen) is de voorbije jaren uitgegroeid tot een van de meest onderzochte thema’s in gezondheid. En terecht: het lijkt invloed te hebben op alles van je immuunsysteem tot je stemming, en mogelijk ook op je bloedsuiker.
Insulinegevoeligheid – wat weten we (en wat niet)?
Er groeit steeds meer bewijs dat het microbioom een rol speelt in insulinegevoeligheid.
Bij mensen zonder diabetes tonen verschillende studies dat een gevarieerde darmflora — vooral met bacteriën die korteketenvetzuren (SCFA’s) produceren — samenhangt met een betere glucoseregulatie.
Bij mensen met type 1 diabetes is dat verband minder goed onderzocht, maar er worden wel gelijkaardige patronen gezien: een minder diverse darmflora en minder SCFA-producerende bacteriën kunnen leiden tot meer ontstekingsreacties, wat op zijn beurt de insulinegevoeligheid negatief kan beïnvloeden.
Er is nog veel twijfel, maar de kans is groot dat het microbioom ook bij T1D mee aan de knoppen draait.
Dat betekent niet dat het dé sleutel is tot stabiele bloedsuikers, maar wel dat voeding, stress en slaap indirect een belangrijke rol kunnen spelen.
Wat zijn SCFA’s (korteketenvetzuren)?
SCFA’s zijn kleine vetzuurtjes die je darmbacteriën aanmaken wanneer ze vezelrijke voeding verteren.
Ze voeden je darmwand, werken ontstekingsremmend en helpen je lichaam beter omgaan met glucose.
Je maakt ze niet zelf aan, maar je voedt de bacteriën die ze produceren.
Dat doe je met:
🥦 Vezelrijke planten: groenten, fruit, peulvruchten, volkoren granen
🍚 Resistent zetmeel: afgekoelde aardappelen, rijst of pasta
🥣 Gefermenteerde voeding: yoghurt, kefir, zuurkool, kimchi
Kort gezegd: hoe meer natuurlijke variatie op je bord, hoe beter je microbioom — en dus ook je SCFA-productie.
Wat je microbioom uit balans kan brengen
Een gezond microbioom heeft voeding, variatie en rust nodig — maar er zijn ook dingen die het evenwicht kunnen verstoren.
Hoge suikerinname en snelle suikers
Een voeding met veel snelle koolhydraten en toegevoegde suikers kan bepaalde bacteriën laten overgroeien, terwijl gunstige soorten net afnemen.
Dat zorgt voor minder diversiteit, meer laaggradige ontsteking en minder productie van beschermende vetzuurtjes (SCFA’s).
Antibioticagebruik
Antibiotica doden niet alleen schadelijke, maar ook gunstige bacteriën. Na een antibioticakuur kan het microbioom weken tot maanden nodig hebben om te herstellen.
Kunstmatige zoetstoffen
Sommige zoetstoffen (zoals saccharine of sucralose) kunnen het microbioom veranderen en zelfs de glucoseverwerking beïnvloeden. Niet bij iedereen, maar bij gevoelige personen wel.
Weinig vezels / ultrabewerkte voeding
Bewerkte voeding bevat vaak minder voedingsvezels en plantaardige stoffen die bacteriën nodig hebben om te overleven. Daardoor vermindert de variatie en daalt de productie van SCFA’s.
Slaaptekort & stress
Slaaptekort, onregelmatig ritme en chronische stress verstoren de “dag-nachtritmes” van je darmbacteriën. Ze reageren, net als jij, slecht op onrust.
✨ Kort samengevat:
Een gezond microbioom floreert bij echte voeding, rust en regelmaat.
Wat goed is voor je darmen, is meestal ook goed voor je bloedsuiker.
Wat zeggen de studies? TEDDY & ABIS
Twee grote onderzoeken — de TEDDY-studie en de ABIS-studie — volgden duizenden kinderen van bij de geboorte om te kijken hoe het microbioom zich ontwikkelt en wat het doet bij kinderen die later type 1 diabetes krijgen.
Beide studies vonden duidelijke verschillen in darmflora, nog vóór de eerste tekenen van auto-immuniteit.
Kinderen die later T1D ontwikkelden, hadden vaak minder diversiteit en minder bacteriën die butyraat (een SCFA) produceren.
Belangrijk om te weten: dit zijn associaties, geen oorzakelijke verbanden.
We kunnen dus niet zeggen dat een “slecht” microbioom T1D veroorzaakt — alleen dat het mee verandert in het proces. Toch wijst het erop dat onze darmen veel meer betrokken zijn bij ons immuunsysteem dan we vroeger dachten.
Probiotica: (on)zin of hulpmiddel?
Probiotica — supplementen met levende bacteriën — klinken vaak als dé oplossing.
Maar bij mensen met type 1 diabetes is het bewijs voorlopig zwak of wisselend. Kleine studies tonen soms kleine verbeteringen in ontstekingswaarden, maar geen duidelijke of langdurige effecten op HbA1c of insulinegevoeligheid.
De echte sleutel ligt in je dagelijkse voeding:
meer plantaardige variatie en vezels
gefermenteerde voeding (yoghurt, kefir, kimchi, zuurkool)
minder ultrabewerkte producten en kunstmatige zoetstoffen
💬 Je microbioom voed je niet met een pilletje, maar met wat je elke dag eet.
De mind-gut-connectie
Je darmen en je brein praten constant met elkaar via het zenuwstelsel en hormonen zoals cortisol.
Langdurige stress beïnvloedt de samenstelling van je darmflora, en een verstoorde darmflora kan op zijn beurt je stressrespons versterken.
Het is dus geen toeval dat periodes van stress ook vaak samengaan met moeilijkere bloedsuikers.
Rust, slaap en ontspanning ondersteunen niet enkel je hoofd, maar ook je darmen — en dus indirect ook je metabolisme.
Beyond Numbers
Het microbioom is een prachtig voorbeeld van hoe alles in ons lichaam met elkaar verbonden is: voeding, stress, slaap, energie en bloedsuiker.
We weten nog niet alles, maar het toont opnieuw dat zelfzorg veel breder is dan enkel cijfers.
👉 Wil je leren hoe je met voeding niet alleen je bloedsuiker, maar ook je darmgezondheid ondersteunt? In mijn e-learning rond voeding leg ik dit concreet en begrijpelijk uit — met oefeningen, voorbeelden en praktische tools.